Toen ik in het voorjaar van 2023 (samen met Jaimie) plande om in de zomervakantie naar de Dolomieten in Italië te trekken dacht ik er direct aan om daaraan gekoppeld de Stelvio te beklimmen met de fiets.
De Stelvio ligt niet zo heel ver van de Dolomieten vandaan. Het tweede deel van onze reis daarheen trekken behoorde dus zeker tot de mogelijkheden.
De laatste jaren heb ik het fietsen ontdekt, als leuke afwisseling op het lopen. Dat begon met nu en dan te mountainbiken. Ik sloot enkele jaren geleden aan bij een groep vrienden die geregeld de single trails opzoeken.
Ik probeer wekelijks een rit mee te pikken, en 2 maal per jaar trekken we met die bende ook naar de Ardennen voor een heus MTB-weekend.
Daarnaast heb ik me een tijdje geleden een koersfiets aangeschaft. In eerste instantie vond ik het koersen een toffe afwisseling op het mountainbiken. De laatste tijd merkte ik echter dat ik het leuker en leuker vond om met de fiets ook het asfalt op te zoeken.
Ondertussen heb ik al heel wat koerskilometers in de benen. Ritjes naar zee, ritjes naar de Vlaamse Ardennen, rond Kortrijk, in de Ardennen, … Ze zijn me niet vreemd.
Ik merkte de laatste tijd ook meer en meer dat ik klimmen met de fiets echt wel leuk vind. Waar een helling vroeger wat aversie opriep, zie ik nu dat ik heel erg van de serieuze inspanning tijdens een steile klim kan genieten.
En laat de Stelvio nu net één van de zwaarste beklimmingen van Europa zijn.
De Passo dello Stelvio (Duits: Stilfserjoch) is een op 2758 meter hoogte gelegen bergpas in de Italiaanse Alpen. De bergpas is vooral bekend vanwege wieleretappes in de Ronde van Italië. Het is één van de hoogste verharde bergpassen in de Alpen.
De Stelvio is ook één van de zwaarste beklimmingen in de wielersport, en dit vooral vanwege de lengte en het hoogteverschil van de klim. Vanuit Prato Allo Stelvio kent die 48 haarspeldbochten, telt die 25 km en overbrugt die 1875 hoogtemeters. Niet voor watjes dus. Een mythische klim!
Onze reis (de tweede week)
Op weg met de auto (tweede week van onze reis) naar ons hotel in Santa Catarina moesten we de Stelvio al een eerste keer vanuit Prato over. Het was de ideale verkenning. Ik zou de klim immers de volgende dag doen.
Het originele plan was dat Jaimie op de dag van de klim vanuit Prato met de auto de Stelvio zou oprijden. Ze zou hier en daar dan stoppen om een foto te nemen of me wat eten en drinken toe te stoppen.
Maar op weg naar ons hotel gaf Jaimie al meteen aan dat ze dat niet echt meer als optie zag.
De beklimming van de Stelvio is immers ook met de auto een helse opgave.
Met een gemiddeld stijgingspercentage van 8% en 48 haarspeldbochten onderweg is het constant naar de eerste versnelling schakelen om dan op te trekken en zo de helling te trotseren.
Daarbij komt dan nog eens dat de weg erg smal is (sommige auto’s namen de haarspeldbochten in 2 keer) en dat er dagelijks duizenden fietsers en motards de Stelvio beklimmen (om nog te zwijgen van de vele sportwagens). Niet echt de meest stressvrije omgeving dus.
Aangekomen op de top parkeerden we de auto en snoven we de sfeer op. Verder genoten we van een braadworst en de fantastische natuur.
Eenmaal aangekomen in ons hotel, denkend aan de klim, begon ik me lichtjes zorgen te maken. Je kan vooraf wel lezen van een dergelijke klim, maar als je hem dan de eerste keer met de auto oprijdt om wat te verkennen voelt het allemaal toch wat anders aan dan je dacht. De Stelvio is wel degelijk een beest.
Plots dacht ik dat mijn kleinste versnelling wel eens niet klein genoeg zou zijn om comfortabel de Stelvio op te geraken. De zoon van de chef van het hotel (ook een fietser) waar we verbleven verzekerde me echter dat het met mijn koersfiets wel degelijk zou moeten lukken. Het zou dus niet aan de fiets liggen. 😉
In het eerste deel van onze reis hadden we al een 4-tal pittige hikes gedaan, heel fris voelde ik me dus ook niet. Tel daarbij nog wat nachten waar ik moeilijk de slaap kon vatten en de nervositeit begon toch wat toe te slaan.
8 jaar geleden had ik al eens een dergelijke uitdaging aangegaan. Samen met een vriend had ik toen tijdens onze zomervakantie de Col De La Bonette opgefietst. Ook dat is één van de hoogste Alpenpassen. Daar overbrug je 1500 hoogtemeters op 24 km. Vergelijkbaar dus, hoewel toch een stukje makkelijker. Ik fietste toen nog niet, en had die rit toen opgevat als een niet-doordachte uitdaging. Ik heb de top gehaald, maar ik weet nog dat ik maar zelden zo afgezien heb als toen.
De Stelvio is een stuk zwaarder dan de Col De La Bonette, maar mijn fietsconditie is nu ook wel een stuk beter. Toch was ik er niet helemaal gerust in.
Raceday
Ik had speciaal de eerste dag van ons verblijf in Santa Catarina gekozen om de Stelvio te beklimmen. De dag ervoor hadden we immers voornamelijk in de auto doorgebracht, wat de nodige rust verschafte.
Na een stevig ontbijt vertrokken we met de auto richting de top van de Stelvio, vanuit Bormio. Na een uurtje rijden bereikten we die ook.
We parkeerden de auto op de Stelvio. Doordat Jaimie het niet zag zitten om de Stelvio op te rijden zou ik hem dus eerst met de fiets naar beneden rijden, tot in Prato. Een afdaling van 25 km dus.
Leuk, zou je denken, maar 25 kilometer lang constant in de remmen gaan is ook geen pretje.
Het meest vervelende tijdens de afdaling was nog het constant kruisen van de renners die omhoog fietsten. Telkens dacht ik, die zijn al een stuk verder dan mij. 😉 Psychologisch wat lastig, maar goed, ik moest nu eenmaal in Prato geraken.
Daar aangekomen belde ik Jaimie, die me op de top van de Stelvio stond op te wachten. Ik kon beginnen aan de klim waar ik zo hard naar uitgezien had. Ik wist dat ik de komende 2,5u zou afzien.
In principe kan je de Stelvio van 3 kanten op fietsen, maar de klim vanuit Prato is de meest gekende, en ook wel de zwaarste.
Het eerste deel van de klim is het minst zware deel. De eerste 8 km zijn er geen haarspeldbochten en gaat de berg met een gemiddeld stijgingspercentage van 5 à 6 % omhoog.
Het weer was fantastisch, weinig wind, een 20-tal graden en een fijne zon. Ik zocht naar een constant ritme. Dat lukte mooi.
Na het passeren van de dorpjes Gomagoi en Trafoi kwamen de echte haarspeldbochten eraan. Die bevinden zich in het bos tijdens een toch wel zwaar stuk van de beklimming.
Ik kon mijn ritme echter mooi aanhouden. Ik hield steeds wat reserve omdat ik moeilijk kon inschatten wat een dergelijke klim fysisch van me vraagt. Ik bleef ook geregeld wat eten maar merkte wel dat mijn beide drankflessen wat sneller dan gewoonlijk leeg geraakten. Het vele zweten was daar uiteraard niet vreemd aan.
Met nog 23 van de 48 haarspeldbochten te gaan kom je het bos uit en zie je de top van de Stelvio liggen. Het bekende beeld dat ik al zoveel online gezien had zag ik nu live voor me. Nog 25 haarspeldbochten die de Stelvio opkrullen. Wat een zicht! Het gaf me een ferme boost.
Bij iedere review van de beklimming van de Stelvio lees je echter dat het hierna wel nog eens heel lastig kan worden. Je ziet de top inderdaad (het voelt wel alsof je hem al aan kan raken), maar het is wel nog een heel eind klimmen, met de hoogste klimpercentages. Het zwaarste stuk kwam er aan.
Ik voelde me echter heel goed en kwam geen enkele keer in de problemen. Ik vreesde een beetje een 32-kilometer marathon moment met bijhorende verkrampingen, maar daar had ik totaal geen last van.
Het was gewoon bocht per bocht nemen en aftellen, en het constante ritme aanhouden.
De vele trainingen van de laatste maanden wierpen hun vruchten af.
Doordat het maandagmorgen was had ik ook het gevoel dat het iets minder druk op de berg was. Ik werd dus niet al te veel gehinderd door motards en wagens, hoewel ik er toch wel rekening mee moest houden.
Ik genoot volop van de klim en het fantastische decor. De top voor mij, geflankeerd door het onvoorstelbare Otler-massief. Kippenvel!
Ik haalde ook veel meer fietsers in dan ik zelf ingehaald werd. Dat gaf me nóg een extra kick!
Bovenaan aangekomen zag ik Jaimie staan die me stond op te wachten. Ik had nog voldoende jus in de benen om de klim naar het restaurant op de top (die eigenlijk niet tot de echte klim behoort) erbij te nemen. Als je al 1845 hoogtemeters hebt, waarom er dan niet nog die 30 bijnemen? Ik vloog naar boven.
Ik kwam uiteindelijk boven in 2u27m aan een gemiddelde snelheid van 10,1 km per uur. De tijd was absoluut mijn focus niet, hoewel die best meevalt. De uitdaging om boven te geraken en te genieten van al dat moois des te meer.
Ik ben zeker dat ik sneller de berg op kan, maar doordat het mijn eerste keer op de Stelvio was wou ik het risico niet nemen om te versnellen en mezelf zo op te blazen.
Na het genieten van de geleverde prestatie, met opnieuw een braadworst ;-), begon ik aan de afdaling van de Stelvio richting Bormio, de kant van ons hotel.
Hier heb je wél mooie brede haarspeldbochten en ook lange rechte stukken. Ik vlamde naar beneden en haalde een topsnelheid van 73 km/u. Helemaal op het gemak zat ik toch ook niet op mijn fiets. 😉
Ik bereikte Bormio echter heelhuids.
Hou je van wielrennen en ben je ooit in de buurt van de Stelvio, dan moet je die hoe dan ook trachten op te fietsen.
De beklimming van de Stelvio is een fantastische ervaring, één die ik iedere wielerliefhebber aanraad.
De berg ademt charme, is mythisch, bevindt zich in een fantastisch decor, is super uitdagend en heeft een historiek om u tegen te zeggen.
Start de trainingen maar! 🙂